top of page

Ik ben Moos de herdershond

  • Foto van schrijver: Nikko Norte
    Nikko Norte
  • 9 mrt
  • 8 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 2 dagen geleden

De sfeer in de auto is beladen als Heidi en ik in het dorp Le Perthus Catalonië uit rijden.

Moos de herdershond overleed een paar weken geleden.

Twaalf jaar lang reisde Moos met ons door Europa. Nu is haar hok achter in de auto leeg en het voelt alsof we het dier alleen achterlaten in Catalonië.

Uit mijn ooghoek zie ik dat Heidi huilt en ik vecht met mijn eigen tranen.

Tijd heelt alle wonden en met dat als uitgangspunt is het ons tot nu toe altijd gelukt snel uit verdriet te stappen. Op een dag lachen we weer. Waarom lachen we dan niet al vandaag?

Wat voor verdriet geldt, bedenk ik om niet aan Moos te denken, geldt voor veel negatieve emoties en al die negatieve emoties hebben met elkaar gemeen dat ze iets verslavends in zich dragen. We—mensen—blijven makkelijk hangen in negatieve emoties.

Tijd heelt alle wonden. Waarom maken we er niet actief weinig tijd van?

Stomme redenatie?

Hm…

Maar nu, toegegeven, komt het verdriet hard binnen, deels omdat we niet alleen Moos achterlaten in Catalonië, maar ook het leven dat we daar dachten te kunnen opbouwen.

 

Het is mei 2024 en toen we een jaar geleden een tot woonhuis omgebouwde Catalaanse stal betrokken—onze zevende internationale verhuizing in negen jaar tijd—besloten we alles op alles te zetten van Catalonië een voorlopig eindstation te maken. De omgeving waarin we belandden, kwam aardig overeen met de verwachting die Google Earth had gewekt en enthousiast stortten we ons op de inrichting van ons lastig in te richten huis—de boog in de bakstenen plafonds, typerend voor Catalaanse stallen, begon op borsthoogte. We struinden markten af, vonden de perfecte tweedehands meubels en na een paar maanden schuren en verven, voelden we ons thuis in ons huis.

Maar uh… er waren wat minpunten aan Catalonië waarvoor Google Earth ons niet had gewaarschuwd.

Zo is Catalonië woke. Wat dat precies is, weten we nog steeds niet, maar de afwezigheid van levensvreugde is een van de symptomen. Jammer. We hadden juist wat manhaftigheid verwacht in Catalonië, dat nota bene streeft naar onafhankelijkheid van Spanje.

Daarnaast stinkt het binnenland van Catalonië naar slachtvee, dat uh… dat nogal erbarmelijk leeft. En dan vergeet ik bijna de appelboomgaarden waartussen we woonden en die—we schrokken toen we dat leerden—elke vijf dagen met gif worden bespoten.

Dat spuiten met gif gebeurt natuurlijk overal, maar de lol van het stelen van appels was er wel af.

Toch waren we nog steeds bereid de minpunten van Catalonië tegen de pluspunten weg te strepen toen het aan het einde van de zomer snel kouder werd in ons huis.

Dat huis, ondanks dat het een omgebouwde stal is, was nieuw opgeleverd en kampte met wat kinderziektes, die we samen met onze huisbaas oplosten.

Toen onze huisbaas plotseling overleed, kregen we met zijn gen Z-zoon te maken. Nu was zelfs dat een minpunt dat we bereid waren tegen de pluspunten weg te strepen als niet ook de vloerverwarming met kinderziektes had gekampt.

Ik stond met mijn twee allerminst linkerhanden in mijn haar en vriend Gen Z kwam zijn verwarminggerelateerde beloftes niet na. Omdat we het hem, uit piëteit, niet lastig wilden maken, werkten Heidi en ik in onze slaapzakken en keken we in die slaapzakken televisie en lazen we onze boeken. Warm waren we alleen als we met Moos wandelden of in bed lagen.

Zes maanden na het overlijden van onze huisbaas zetten we piëteit op een lager pitje, wat het zere been raakte van vriend Gen Z, en uiteindelijk viel het moment dat de kou me de redelijkheid ontnam samen met het moment dat ik geen zin meer had de minpunten van Catalonië tegen de pluspunten weg te strepen.

Om het huurcontract te ontbinden, spreidde ik een pietsie agressiviteit ten toon—verboden in gen Z-land maar supereffectief—Moos overleed en verdrietig verhuisden we onze aardse bezittingen naar een opslag in het dorp Roses.

 

Langzaam rijden we door Le Perthus en ik voel dat Heidi zich herstelt.

Naar haar kijken durf ik nog niet omdat ik bang ben dat we dan weer volschieten. Toch weet ik dat we over een uur, misschien twee uur, weer oké zijn.

Natuurlijk zijn we iets verloren wat voor ons waardevol was, maar we weten dat Moos een geweldig leven heeft geleefd en dat we bijna dertien jaar van het rare dier hebben genoten.

Moos was de liefste hond. Vredig is ze uit dit leven vertrokken en … tranen belemmeren mijn zicht.

No one hits harder than life. Rocky Baboa. Nondeju!

 

We namen vanmorgen afscheid van ons huis, brachten wat laatste spullen naar de opslag in Roses, zetten koers naar Nederland en laten Le Perthus nu achter ons.

De sfeer in de auto is nog steeds beladen als we de péage opdraaien en ik houd de vaart erin tot ik anderhalf uur later de afslag Bézier ouest neem en Heidi rommelt met de tomtom.

Vanaf Béziers, besloten we gisteren, laten we ons door de tomtom zonder tolwegen én zonder snelwegen noordwaarts gidsen en ik heb al snel het gevoel dat dat experiment bevalt.

De hemel is strakblauw, de zon staat achter ons en de frisgroene omgeving wordt alleen maar mooier als ik op de D909 rechts afsla in de richting van het dorp Bédarieux.

De stemming in de auto klaart op en het gaat pas weer mis als Heidi de autoradio aanzet en het ding verbindt met mijn iPod waarop blijkbaar niet alleen jaren 60 en 70 hits staan, maar ook het nummer My silver lining—lees ik in de display van de autoradio—van een band die First Aid Kit heet.


                                I hear a voice calling,

                                                         calling out for me …

                                           These shackles I've made in an attempt to be free …

                                                         Be it for reason, be it for love,

                                            I won't take the easy road …

 

De weg waarop we rijden, leent zich slecht voor de tranen die mijn zicht belemmeren en alsof Heidi dat aanvoelt, zet ze de autoradio weer uit. Ik herstel me en uh… tijd heelt alle wonden, toch?

Als we voorbij Bédarieux het dorp Lunas in rijden spijt het me dat we onszelf ooit beloofden nooit meer in Frankrijk te gaan wonen.

In het centrum van Lunas is de tomtom zijn gevoel voor richting even kwijt en ik maak daarvan misbruik door op een splitsing rechts aan te houden terwijl links aanhouden logischer is. Heidi, zie ik uit een ooghoek, schudt haar hoofd, maar we rijden alweer ruim drie uur en ik wil de auto uit. Via een oude brug rijden we Lunas uit en na een paar kilometer op een smalle weg stuiten we op een verlaten kerk. We houden halt en zitten kort daarop met onze ruggen tegen een kerkmuur in een aangenaam serene omgeving in de lentezon.

Ik kook water op onze gasbrander en giet dat op de rooibos in Heidi’s Stanleythermos. Dan kook ik water dat ik op de koffie giet in de filter op de rand van mijn Stanleythermos. Als Heidi de brander pakt en aan de slag gaat met een koekenpan, eieren, asperges en kruiden besluit ik haar het verhaal te vertellen van mijn hond Toro. Triest verhaal maar zo idioot dat ik zeker weet dat het onze aandacht afleidt van Moos, die om ons heen blijft rennen.

“Toro was de pup die ik vond toen ik in Andalusië in een legertent op een afgelegen stuk land woonde.”

“Dat weet ik. En we zijn op dat land geweest. In de buurt van Coín, toch? Toro is daar aangereden?”

“Wacht nou even. Ik heb dit verhaal nog nooit verteld.

“Salva, een bouwvakker, hielp me met het bouwen van allerlei zaken, en een schietbaan was een van de zaken die we al hadden gebouwd. Toro was een jaar oud, enorme hond, toen ik op de schietbaan een vizier wilde inschieten. Na twee schoten weigerde mijn geweer en met Toro op mijn hielen liep ik terug naar mijn tent. Salva, ondertussen, dronk onder een olijfboom koffie met de machinist van een graafmachine die hij voor een paar dagen had ingehuurd.

“De machinist had aan Salva gevraagd wat de knallen waren die hij hoorde. Salva—grappenmaker—had hem verteld—leerde ik te laat—dat er waarschijnlijk iemand zonder toestemming over mijn land wandelde.

“En dan schiet Nikko?” had de machinist ontsteld gevraagd, waarop Salva zijn schouders had opgehaald.

“Diezelfde middag reed een kennis die bij me langskwam Toro aan. Ik racete in de auto met Toro naar een dierenkliniek in het dorp Alhaurin en Toro belandde op de operatietafel. Ik werd weggestuurd en zou worden gebeld als Toro uit de narcose kwam. Net voordat ik thuis was, belde de dierenarts. Slecht nieuws: Toro was overleden.

“Ik wilde even niet op mijn land zijn en reed door naar Coín, waar een kennis, Joaquin, me aan de bar van Café La Reja probeerde te troosten. Joaquin moest de volgende dag in Alhaurin zijn en hij beloofde Toro op te halen zodat we hem op mijn land konden begraven.

“De volgende dag zag Salva me een kuil graven naast mijn tent. Hij had de machinist met zijn graafmachine naar me toe gestuurd en met drie happen van die machine was er een smalle geul gegraven van drie meter lang en twee meter diep. Diezelfde middag—de machinist was naar huis gegaan om te eten—reed langzaam een zwarte begrafenisauto mijn land op, Joaquin in vol ornaat achter het stuur, en ik realiseerde me te laat dat Joaquin niet alleen de lokale begrafenisondernemer was maar dat hij ook graag op alle momenten van de dag een glaasje dronk.

“Toro lag in de begrafenisauto in een mahoniehouten kist bedoeld voor een volwassen mens. Goudkleurige handvaten aan de kist en een groot goudkleurig kruis op de deksel. Joaquin—glaasje op—wilde van geen wijken weten. Ik had hem ooit ergens mee geholpen en door Toro een waardige begrafenis te gunnen, kon hij iets voor mij betekenen, basta!

“Salva, die onder een olijfboom een dutje had gedaan, hielp ons de kist in de geul te laten zakken die de graafmachinemachinist voor me had gegraven, Joaquin reed langzaam mijn land af, Salva strekte zich weer uit onder een olijfboom en terwijl ik naar mijn tent liep, nam ik me voor Toro die avond in alle rust te herdenken en de geul dicht te scheppen.

“Toen een uur later de kraanmachinist terugkwam en verder wilde gaan met de klus waarvoor hij was ingehuurd, vroeg Salva hem de geul even dicht te gooien met zijn graafmachine. Geen rust die avond en uh… vrij veel politie- en Guardia Civilagenten betrokken bij Toro’s begrafenis …”

Heidi grinnikt en zegt: “Maar er was toch iets met die Salva en Disneyland.”

“Klopt!. Salva was stevig, niet dik, maar we noemden hem El Gordo, de dikkerd. Hij had nooit buiten de grenzen van Coín gereisd en omdat zijn werk altijd super was, had ik zijn kinderen, zijn vrouw en hem een reis cadeau gedaan naar Disneyland, in Parijs.

“Ik had nog nooit iemand zo lang zo nerveus gezien als Salva en een paar dagen voor vertrek had ik hem laten bellen door het reisbureau waar ik de reis had geboekt. Met de reisagent had ik afgesproken dat hij Salva zou vragen naar het gewicht van de familieleden in verband met de indeling van de passagiers in het vliegtuig naar Parijs.

“‘Ay…’ had de reisagent gezegd toen Salva zijn eigen gewicht doorgaf.

“Een paar dagen later bracht ik de familie naar de luchthaven van Málaga, waar een medewerker van de luchthaven—ook een kennis van me—ons onderschepte, zijn officiële luchthaven-ID keurig aan een van de revers van zijn colbert.

“Er was, volgens mijn kennis, een probleem, want geen van de passagiers op de vlucht naar Parijs kon als tegengewicht voor Salva dienen. Als Salva meevloog, zou het vliegtuig schuin komen te hangen en dat was gevaarlijk. Vrouw en kinderen konden vliegen; Salva zou worden gebeld als een passagier op een volgende vlucht hem uit kon balanceren in het vliegtuig.

“Ik uh… ik dacht dat ik erin zou blijven van het lachen.”

Heidi schudt haar hoofd en ik weet dat ze de streek die ik met Salva uithaalde met gemengde gevoelens beschouwt. Heidi is zelf immers regelmatig het slachtoffer van mijn flauwe grappen. Maar de stemming is opgeklaard en het gaat pas weer mis als Heidi een half uur later, net voorbij de stad Millau, de autoradio aanzet.

My silver lining, opnieuw!

 

                                Something good comes with the bad

                                           A song's never just sad

                                                        There's hope, there's a silver lining

                                            Show me my silver lining

                                                        Show me my silver lining

 

De weg waarop we rijden, leent zich slecht voor de tranen die mijn zicht belemmeren. Ik zet de autoradio weer uit en bedenk dat ondanks dat Moos de liefste hond was we op een dag weer zullen lachen, toch?


Vind je mijn blogs de moeite waard? Steun me! Alle beetjes helpen 🙂


Of doneer direct:

ES9430580709052720066355

BIC/Swift: CCRIES2AXXX

t.n.v. Nikko Norte


Dank aan iedereen die al gedoneerd heeft! Jullie maken dit mogelijk.



Dankjewel voor het lezen! Wil je mijn blog op social media delen?

Comments


bottom of page