hldd0umdhyh5c7mglsn29ql0j-tre89i1w4h9m-533tsstg-4wd1kw-wetspv7ov6qf520qq6sl6dt-qwfy8gsd6y-pn8d9g-dm1iazu29-hpbioy52dq8xm12kf5x4n
top of page
  • Foto van schrijverNikko Norte

Whisky voor de ontwenningskliniek …

De fosforescerende wijzers van mijn horloge wijzen omhoog. Een nieuwe dag begint. Twee maart, mijn verjaardag. Verkleumd laat ik mijn blik door de donkere nacht glijden. De radioscanner die op het dak ligt van het gevechtsvoertuig waaruit mijn bovenlijf steekt, vangt geen gesprekken op. Dat is verontrustend. Desondanks en ondanks de kou voel ik me gelukkig in de Afghaanse woestijn.


Sneller dan ik verwachtte, verraste de MIVD me met die radioscanner, nadat ik er een verzoek voor indiende. Al tien maanden zijn het apparaat en ik onafscheidelijk. Automatisch vindt het de frequenties waarop de lokale bevolking via haar walkietalkies onderling communiceert. Ik schaam me er soms voor, maar vierentwintig uur per dag speel ik luistervink. Familie, oogst, water en weer. De toon waarop mensen hun gesprekken voeren, verraadt doorgaans de onschuld ervan. Zodra ik twijfel, roep ik een tolk te hulp. Veel van onze tolken selecteerde ik zelf in Kandahar, waar ik af en toe voor dat doel naartoe reis. Met de meesten van hen heb ik een goede relatie en ik durf te vertrouwen op hun vertalingen, inzichten en adviezen.


Geen netwerken voor mobiele telefoons in dit deel van Afghanistan en dus geen mobiele telefoons. Wel walkietalkies. Sommige eigenaars van een walkietalkie verliezen hem soms lang genoeg uit het oog om hun rebellerende zoons de kans te geven ons ermee op stang te jagen.

‘Abdul, hier Mohammed. Ik kom met vijftig man uit de vallei. Op mijn teken vallen we aan.’

Geen strijder zou ooit zo’n bericht verzenden en het kwajongenskarakter van dat type berichten doet me vaak denken aan de lol die ik als kind had met een draaischijftelefoon en een telefoonboek: ‘Hallo mevrouw Naaktgeboren, met meneer Blootindewei. Heeft u het ook zo koud?’

‘Mohammed, hier Abdul, we zien de Americani en we zijn met veel.’

Een aanval volgt nooit. Toch baren die berichten me zorgen omdat ook een gespecialiseerde Nederlandse eenheid ze onderschept. Leden van die eenheid dienen te kort in Afghanistan om gevoel te ontwikkelen voor wat relevant is in de gesprekken die ze onderscheppen. Vanuit de Nederlandse kampen, waar hun apparatuur staat opgesteld, huldigen ze daarnaast het principe beter blo Jan dan do Jan, de lokale bevolking daarvan regelmatig de dupe. Militairen immers die de poorten van hun kampen wél af en toe verlaten – gemiddeld negentien jaar oud, geen ervaring in conflictgebieden en nooit langer dan vier maanden in Afghanistan, wat te kort is – krijgen via hun eigen radio’s om de haverklap van die gespecialiseerde eenheid te horen dat de aanval der aanvallen op hen imminent is en dat maakt het begrijpelijk – hoewel geenszins te vergoelijken – dat die militairen met buitenproportioneel geweld reageren op alles wat ze waarnemen en wat ze niet direct als onschuldig kunnen duiden. En ook vanuit de veilige Nederlandse kampen vliegen regelmatig mortieren en houwitsergranaten in de richting van burgers, omdat onderschept walkietalkieverkeer dreigend overkomt. Al maanden probeer ik een en ander in perspectief te plaatsen, maar ik pis tegen de wind in en het geweld van onze kant neemt toe.


Mijn radioscanner geeft stilte prijs op een tijdstip dat hij normaal gesproken roodgloeiend staat. Verontrustend, want ik weet dat géén walkietalkieverkeer de enige indicatie is van eventueel op handen zijnde narigheid die uitgaat van onderschept walkietalkieverkeer.


Stram van de kou laat ik me in het gevechtsvoertuig zakken. Zachtjes wek ik mijn aflosser, die onder me op de vloer ligt, en voorzichtig kruip ik langs slapende militairen, uitrustingsstukken, noodrantsoenen en dozen munitie naar de bijrijdersstoel van het gevechtsvoertuig. Via de radio roep ik onze langeafstandschutters op, die de beste waarnemingsmiddelen hebben en met wie ik nauw samenwerk sinds ze hier drie maanden geleden arriveerden.

‘Sierra …’

‘Nik …?’

‘Geen icomchatter.’

‘Hm…’

‘Uit’


Via de achterdeur kruip ik uit het gevechtsvoertuig en met mijn hand tegen de stalen wand ervan schuifel ik voorwaarts tot ik mijn knie stoot tegen mijn veldbed. Ik trek mijn laarzen en een deel van mijn kleding uit, kruip in mijn slaapzak, voel me warm worden, probeer wakker te blijven en te genieten van de Afghaanse nacht en schrik wakker als iemand zich over me heen buigt. Onze compagniescommandant en een paar kompanen staan rond mijn veldbed. Ze duwen me een mok koffie in mijn handen en zingen Lang zal hij leven. Terwijl ik mijn laarzen aantrek, ouwehoeren we en lachen we. Water kookt voor meer koffie als een RPG over onze hoofden fluit en … man, dat avontuur ligt alweer vijftien jaar achter me en de fosforescerende wijzers van mijn horloge wijzen niet omhoog maar naar beneden. Halfzes in de ochtend. Het regent en de wind ziet geen obstakel in de jas die ik draag terwijl ik met Moos de herdershond door een bos struin in de buurt van Baarn, in Nederland. Maar het is twee maart en ik ben vandaag jarig.


Op de vlucht voor het buitenproportionele vaccinatiegeweld in Oostenrijk, waar Heidi en ik tot voor kort woonden, stelde ik Israël voor, waar mensen, lijkt het, beginnen in te zien dat vaccinaties tegen corona niet onze redding zijn – van wat? – maar een catastrofe inluiden. Heidi stelde Engeland voor en dus vaart de Stena Britannica ons morgen van Hoek van Holland naar Harwich. Engeland! Ook goed. Vluchten is een avontuur en aan avontuur heb ik geen hekel, bedenk ik terwijl mijn gedachten weer naar Uruzgan dwalen, waar een handvol Afghanen vijftien jaar geleden bijdroeg aan een onvergetelijke verjaardag.


Vanuit het bewoonde gebied, een kilometer ten oosten van onze positie in de woestijn, werden we die ochtend beschoten met waarschijnlijk de RPG’s, de kalasjnikovs en de DShK’s waarmee we een paar dagen eerder een groep Afghanen bewapenden waarvan de leider claimde een burgermilitie aan te voeren. Een tolk had verbijsterd zijn hoofd naar me geschud en ik had net zo verbijsterd mijn schouders opgehaald. En ja, elke RPG, elke kogel die in onze richting vloog, had een slachtoffer kunnen maken. Zolang we ons verscholen achter onze voertuigen hadden we weinig te vrezen.


Met onze compagniescommandant, die als geweerschutter met ons peloton meereisde, rende ik van post naar post om de leden van ons peloton ervan te weerhouden terug te vuren. Doelaanbod hadden we niet – een kilometer is een forse afstand en de mensen die ons beschoten, verplaatsten zich voor ons onzichtbaar door het bewoonde gebied – en terugvuren, stond gelijk aan het maken van onnodige slachtoffers. Maar ik had buiten de vuursteunofficier gerekend die ons vergezelde. Via zijn radio had hij artillerie- en helikoptersteun aangevraagd en een relatief onschuldige beschieting veranderde in een tafereel dat geen Hollywoodregisseur in scène had kunnen zetten. Houwitsergranaten, afgeschoten vanuit Kamp Holland, zo’n tien kilometer bij ons vandaan, explodeerden om ons heen, de Apachehelikopters die inmiddels boven ons vlogen, vuurden hellfire- en hydraraketten af en … Moos duwt haar kop tegen mijn been.

‘Terug naar Heidi?’ stel ik voor. Met een rare sprong draait het dier zich om en in onze vacht en jas gedoken, lopen we terug naar de camping waar onze tot caravan omgebouwde aanhanger staat.


Met een smoes bleef Heidi vanmorgen in onze caravan achter. Hoe ze mijn cadeaus de afgelopen dagen voor me verborgen hield, is een raadsel en terwijl ik denk aan het uitpakken van die cadeaus overvalt me de schaamte die me in Uruzgan soms overviel als ik gesprekken tussen mensen afluisterde met mijn radioscanner. Een week geleden liet het Westen Poetin geen andere keuze dan Oekraïne binnen te vallen. Het leven van veel Oekraïners en Russen ligt overhoop en ik verheug me op het uitpakken van cadeaus en op koffie …


De gangbare media berichten over Oekraïne zoals ze de afgelopen twee jaar over corona berichtten, journalistiek niet langer de sluitsteen van onze democratieën. Corona is levensgevaarlijk en de vaccins ertegen zijn veilig en effectief. Poetin is slecht en Poetin, niet de falende bestuurders van onze democratieën, is verantwoordelijk voor alle narigheid waarmee we ons in het Westen recentelijk geconfronteerd zien.


In strijd met de afspraken die decennia geleden zijn gemaakt en die keer op keer zijn bekrachtigd, rukten de EU en de NATO op in de richting van Rusland, de afgelopen maanden nog sneller dan voorheen. Daarnaast, en anders dan veel westerse politici, weigert Poetin deel te nemen aan de door westerse oligarchen in de dop geïnstigeerde wereldrevolutie, waarvoor corona als katalysator wordt misbruikt. Als geen ander weet Poetin hoe voor Jan met de pet de kwaliteit van het leven verloren gaat als kapitalisme ontspoort en een elite zó veel geld verdient dat hij de kans krijgt een oligarchie te vormen.


Na de val van het communisme, en gesteund door de westerse drang Rusland te McDonaldiseren, deed een groep zwaargewichten in Rusland een succesvolle greep naar het grote geld. Een oligarchie ontwikkelde zich en het leven voor Pjotr met de pet had al snel minder kwaliteit dan het had toen hij nog gebukt ging onder het communistische juk. Pjotrs toekomstperspectief was triest, het Westen blonk uit in desinteresse en Poetin greep in, zoals hij dat nu, na oneindig veel provocaties, opnieuw doet.


Een paar dagen koesterde ik nog de hoop dat Oekraïense en Russische delegaties inmiddels om de onderhandelingstafel zouden zitten. Poetin, nadat hij de afgelopen week zijn tanden liet zien, daarvan ben ik overtuigd, koesterde dezelfde hoop. We komen bedrogen uit, Poetin en ik. De gangbare westerse media weigeren inzicht te geven in de aanloop naar de Russische inval in Oekraïne, weigeren inzicht te geven in de politieke situatie in Oekraïne en weigeren objectief te berichten over Volodymyr Zelensky, president van Oekraïne én marionet van de westerse oligarchen in de dop. En nadat westerse overheden, nog voordat een Russische militair voet op Oekraïense bodem zette, de Oekraïense vluchtelingen op papier over Europa hadden verdeeld, haastten die overheden zich Oekraïne te bewapenen, wat zo idioot is als het sturen van een fles whisky naar een vriend in een ontwenningskliniek. En een en ander wordt nog idioter als overheden tijdens de bewapening van Oekraïne dezelfde zorgvuldigheid betrachten die de Nederlandse overheid vijftien jaar geleden in Uruzgan betrachtte en aan Oekraïne geleverde wapens in handen van bijvoorbeeld het Oekraïense Azovregiment vallen dat … van der Lubbe. Waarom dringen mijn gedachten me die naam op?


Misschien stak de Nederlander Marinus van der Lubbe in 1933 in Berlijn het gebouw van de Reichstag in brand; de complottheorie dat de nazi’s dat deden, is aannemelijker. Hoe dan ook, als dat gebouw geen vlam had gevat, was de Duitse nazipartij een voetnoot in de geschiedenis geweest en nu, nu de angst voor corona afneemt en de vaccins tegen corona onveilig en negatief effectief blijken te zijn, investeren de oligarchen in de dop en de met hen collaborerende politici in een volgende bron van chaos die hen helpt van hun wereldrevolutie, the great reset, meer te maken dan een voetnoot in de geschiedenis.


Corona wordt als katalysator misbruikt om the great reset te doen slagen. Poetin weigert eraan deel te nemen, maar ook hij is er een katalysator van, want hij voorziet de westerse oligarchen in de dop van een excuus om de prijzen van consumptiegoederen en energie te manipuleren en schaarstes te creëren. Daarnaast begon hij, begon Rusland, al in de tweede helft van 2021 met het opkopen van goud en weigert Rusland nog langer versgedrukt westers geld te accepteren in ruil voor exportproducten die het Westen nog van Rusland afneemt. De roebel is sterker dan ooit, de dollar verliest per dag aan waarde en als gevolg daarvan zal in landen met schulden aan de Verenigde Staten de rente stijgen.


Onveilige, negatief effectieve vaccins tegen corona, fiatgeld en hyperinflatie, het midden- en kleinbedrijf dat de overheidshulp tijdens de coronacrisis niet meer kan terugbetalen, vluchtelingen, prijzen van consumptiegoederen en energie die uit de pan rijzen, schaarstes én stijgende rentes. Georkestreerde chaos. Maar vrees niet. Terwijl de gangbare media onze aandacht vestigen op alles waar die aandacht níét op gevestigd zou moeten zijn, krijgt achter onze ruggen een nieuwe wereldorde gestalte en op de dag dat de chaos een dieptepunt bereikt, misschien al eerder, zullen de politici die collaboreren met de westerse oligarchen in de dop ons bij de hand nemen en ons via digitale, biometrische paspoorten en digitaal geld die nieuwe wereldorde binnenleiden. Lang zullen we leven, maar niet in de gloria. De eerste voorwaarde die wordt gesteld om ons digitale paspoort geldig te laten zijn – meer voorwaarden zullen snel volgen – is dat we ons driemaandelijks of halfjaarlijks zonder geïnformeerde instemming laten vaccineren – waarmee en waartegen is irrelevant – waarmee een sociaalkredietsysteem effectief is geïntroduceerd. En digitaal geld? Superhandig, hoewel het goed is te bedenken dat computers bepalen waar, waaraan en wanneer we ons digitale geld mogen uitgeven en eh… iets zegt me dat als we niet net als Poetin ontwaken uit onze coronapsychose, ons leven op korte termijn minder kwaliteit heeft dan dat van Pjotr met de pet had toen hij nog gebukt ging onder het oligarchische juk.


Het is nog steeds donker in het Baarnse bos. De regen komt nu met bakken uit de lucht. Door een raam van onze caravan zie ik Heidi water gieten over de koffie in een filter op de rand van onze Stanleythermosfles. Pak ik dadelijk Penguin Classics uit, clothbound? De laatste Astérix in het Spaans? Een zwarte trui van Lacoste met een V-hals? Moos, als ze naar me opkijkt, lijkt me te verwijten dat ik uit egoïsme in dit weer met haar wandel en dat de regen en de wind mijn schuld zijn. Moos de wokehond, bedenk ik grinnikend terwijl in mijn gedachten mijn gevaccineerde vrienden en kennissen zich roeren. Waar haal ik die onzin over een great reset vandaan? Als zoiets al bestaat – en zolang NRC Handelsblad of de Volkskrant er niet over berichten, bestaat het niet – dan is onze democratie sterk genoeg ons ertegen te beschermen. Oh man …


Die democratie, die we vijftien jaar geleden nog vanuit Nederland naar Uruzgan probeerden te exporteren en waarvoor we, doorgaans slechts op basis van verkeerd geïnterpreteerd walkietalkieverkeer, mensen met meer kleinkalibermunitie, granaten, raketten en bommen bestookten dan de Russen in de Oekraïne ooit zullen doen, die democratie stortte in toen de sluitsteen ervan het zo’n twee jaar geleden definitief begaf, toen journalisten besloten niet de hand te bijten die hen voedt, besloten ons nog slechts van informatie te voorzien zoals Pravdawaarheid – de mensen ooit in communistisch Rusland van informatie voorzag. En de brokstukken van die ingestorte democratie liggen er troosteloos bij sinds we willoos en logischerwijze zonder geïnformeerde instemming massaal deelnamen aan een medisch experiment waaraan we, zo wordt met de dag duidelijker, beter niet hadden kunnen deelnemen …


Willoosheid en ongeïnformeerde instemming, realiseer ik me als ik de deur van onze caravan open en Moos zich langs mijn benen naar binnen schoudert, zijn niet de juiste bouwmaterialen om een ingestorte democratie mee te herbouwen. De warmte van onze dieselkachel. De geur van koffie. Heidi zingt Lang zal hij leven, uit mijn ooghoek zie ik dat een van mijn cadeaus op tafel zo groot is dat het wel de bouwdoos van de Memphis Belle moet zijn waarom ik al zolang zeur en ik denk aan Mikhail Bakunin, een Rus, die ooit opmerkte dat zelfs een worm zich tegen de voet keert die hem verplettert …

 

Eenmalige donatie? nikkonorte.backme paypal.me/nikkonorte1 Of doneer via IBAN:

ES1100492183112014004990

BIC/Swift: BSCHESMM

t.n.v. Nikko Norte

 

Blog delen? Graag!

bottom of page