hldd0umdhyh5c7mglsn29ql0j-tre89i1w4h9m-533tsstg-4wd1kw-wetspv7ov6qf520qq6sl6dt-qwfy8gsd6y-pn8d9g-dm1iazu29-hpbioy52dq8xm12kf5x4n
top of page
  • Foto van schrijverNikko Norte

Morituri te salutant …

Een oudere vrouw, toen ik met Heidi’s fiets tussen mijn benen ons nieuwe huis uit schuifelde, vroeg me, vermoedde ik, waar Heidi en ik vandaan komen. Het Catalaans niet machtig antwoordde ik in het Castiliaans dat Heidi en ik Nederlanders zijn, waarop ik dacht waar te nemen dat het vage xenofobe ressentiment vervloog dat ik de Spanjaarden toedicht, wat bevestigde dat ik de Catalaanse vraag goed had begrepen. En als ik de Spanjaarden dat xenofobe ressentiment terecht toedicht, dan denk ik dat het niet vervloog omdat Heidi en ik Nederlanders zijn, anders dan Oostenrijkers, zoals het kenteken op onze auto suggereert, maar omdat ik ten minste Castiliaans spreek.


Zonder verbaal te bevestigen dat ik haar Catalaanse vraag goed had begrepen, merkte de vrouw vervolgens in het Castiliaans op dat droogte een probleem is in Spanje. Ik liet mijn blik van het van de laatste regenbui nog natte wegdek over groene landerijen glijden, herinnerde mezelf aan de opleiding die ik mezelf geef in de omgang met de massamens – die, zoals Tom Zwitser opmerkt in zijn boek Permafrost, zijn eigen waarneming niet langer vertrouwt – en mompelde met een misplaatst gevoel van trots dat Spanje weldra een woestijn zal zijn, un desierto.


Dat stukje straatkomedie ligt alweer een uur achter me en mijn kabouterbeentjes tot rust manend geniet ik van mijn eenzaamheid. Uit de wolken boven de bergrug die me omsluit, valt op sommige plaatsen regen, maar ik fiets door zonovergoten, glooiend akkerland. Pretentieloos asfalt en zand- en grindpaden wisselen elkaar af en op Heidi’s fiets merk ik niets van de pijn in mijn lies die met me meefietst als ik op mijn eigen fiets fiets. Geen verkeer. Witte, gele en paarse bloemen in bermen. Rode klaprozen tussen het graan in de velden en … Torroella de Fluvià no tolera les agressions sexistes, leest de Catalaanse tekst op een officieel ogend bord en ik denk daarachteraan: maar Torroella de Fluvià tolereert wel het spugen naar bejaarden en het … stop! Ik woon niet in Torroella de Fluvià en hoef vannacht de straat niet op met een slijptol …


Torroella de Fluvià is een verzameling nieuwbouwhuizen, wat betekent dat ik me te dicht bij de kust heb gewaagd. Op een grindpad dat me weer westwaarts voert, besluit ik me niet langer te verzetten tegen de nostalgie die me in haar greep heeft sinds ik bij Forum Inside met Thierry Baudet en Ralf Dekker over een deel van mijn leven sprak waarover ik zelden spreek. De authentieke dorpen waar ik doorheen fietste voordat Torroella de Fluvià me onder de gordel raakte, droegen bij aan die nostalgie.


Jarenlang reisde ik met mijn cuadrilla naar Spaanse dorpen en stadskernen waarin de tijd eeuwen leek te hebben stilgestaan, mijn naam onder geschilderde taferelen op carteles, posters, op muren, op sandwichborden rond lantarenpalen en aan de wanden van de herbergen waar onze reis eindigde. Mijn moso de espadas gaf me mijn kamersleutel terwijl zijn knecht en onze chauffeur met onze bagage sjouwden en míjn knechten koffie bestelden aan de zinken toog, die zelden ontbrak in de gelagkamer van de herbergen waarin mijn moso de espadas kamers voor ons boekten. Eiken meubels en trappen, een open haard waarin zelfs in de zomer vaak een vuur smeulde, Iberische hammen aan het plafond en naast mijn knechten aan de toog groepen dorpelingen die hun gekrakeel een moment respectvol onderbraken als ik de gelagkamer binnenstapte.


Gedwee zette ik mijn handtekening op geprinte foto’s van mezelf, die mensen me voorhielden nadat de leden van mijn cuadrilla ze als kwajongens achter mijn rug hadden uitgedeeld, gniffelend om hoe het beetje faam dat ik genoot me in verlegenheid bracht. Zodra ik de kans zag, sloop ik de trap op naar mijn kamer, waar ik mijn schoenen uitdeed, mijn dasspeld losschroefde, mijn stropdas en manchetknopen afdeed, mijn pak en overhemd verwisselde voor een trainingsbroek en een T-shirt en me uitstrekte op een bed.


Lange uren staarde ik in gedachten verzonken naar plafonds van Spaanse herbergkamers en … op een verlaten dorpsplein rem ik iets af en mijn gedachten dwalen naar een tot arena omgebouwd dorpsplein dat ik ooit betrad na een middag op een bed in een herbergkamer en nadat mijn moso de espada me had aangekleed in een zwart traje de luces geborduurd met zilveren tulpen. Een dorp ten noorden van Granada. Planken, pallets, deuren en zelfs karrewielen omheinden het grauwe zand waarmee het dorpsplein was volgestort. Achter de bijeen getimmerde omheining een horde uitzinnige hooligans, niet het in tragiek berustende publiek waaraan ik gewend was in echte arena’s.


Maanden eerder, herinnerde ik me te laat, had mijn moso de espadas, niet mijn apoderado, mijn manager, onderhandeld met de burgermeester van dat dorp en ik herinnerde me ook dat mijn apoderado me had gewaarschuwd dat dat dorp deel uitmaakt van de ruta del terror, de route van de terreur, een paar Spaanse dorpen waar matadors slechts optreden als hun financiële situatie ze geen keuze laat. Monsters van stieren, een onopgevoed publiek en vaker wel dan niet een met zand volgestort dorpsplein in plaats van een arena.


Terwijl ik het tumult op dat dorpsplein op me in liet werken, realiseerde ik me waarom ik mijn moso de espada, wiens xenofobe ressentiment zich af en toe kwaadaardig uitte, zijn paar peseta’s aan commissie had laten opstrijken en waarom ik de waarschuwing van mijn apoderado in de wind had geslagen. De woorden ruta del terror hadden te veel aantrekkingskracht op me uitgeoefend en ik betaalde de prijs. Een dubbele prijs, want de burgemeester van het dorp had geëist dat een van de drie matadors die middag een vrouw zou zijn …


De eerste stier die het zand op het plein op stormde, monster een adequate omschrijving, was tijdens de door mijn knechten bijgewoonde sorteo aan mij toebedeeld. Ik bleef op de been en dat kalmeerde het publiek, dat soms zelfs een onderdrukt olé over het dorpsplein liet galmen. Na mij was het de beurt aan de vrouwelijke matador, een meisje van misschien negentien jaar. Haar eerste stier gaf haar een afstraffing. Niemand greep in en het publiek joelde, sloeg op trommels en probeerde de houten omheining te ontwrichten. Een van mijn knechten had naar me geknikt, afgrijzen op zijn gezicht. Toen ik vanachter de omheining het zand op stapte, waar het meisje in haar bruine, goudgeborduurde traje de luces verdwaasd op haar knieën zat, sprong haar vader op mijn rug. In een mum van tijd had mijn hele cuadrilla het aan de stok met de familie van het meisje. Het publiek brulde en gooide allerhande troep in onze richting. Een paar meter achter het meisje schraapte een stier met een hoef door het zand.


Guardia Civiles en politieagenten worstelden zichzelf door het publiek. Een van hen verloste me van de vader en gaf me opdracht verantwoording voor de stier te nemen. Terwijl mijn knechten het meisje in veiligheid brachten, wat háár knechten hadden moeten doen, liep ik behoedzaam over het zand naar de geïmproviseerde loge van de president van het spektakel om hem conform de regels toestemming te vragen het werk van mijn collega over te nemen. De stier, niet misleid door mijn behoedzaamheid, onderschepte me. Die middag confronteerde ik vier stieren in plaats van twee en … ik rol over de grond, kom op mijn benen terecht, zet nog twee stappen voorwaarts en sta stil. Heidi’s fiets stuitert langs me een rivier in. Verbouwereerd kijk ik om. De dijk waar ik vanaf tuimelde, is zo’n anderhalve meter hoog. Voorzichtig beweeg ik mijn armen en benen. Niks loos. Terwijl ik Heidi’s fiets uit het water til, bedenk ik dat ik opkeek naar twee blauwe vogels. Scharrelaars? Bijeneters? Dat was het moment dat Heidi’s voorwiel iets raakte.


Geen zichtbare schade aan Heidi’s fiets. Dijkje op, rond gaan de kabouterbeentjes, nergens pijn. Maar de nostalgie is vervlogen en terug is de realiteit, die ik zo graag even ontvluchtte. Vanaf augustus zal de EU middels de Digital Services Act en de Digital Market Act definitief afrekenen met wat me rest aan vrijheid van meningsuiting, het crisismechanisme, dat het EU-agentschap voor gegevensbescherming invoert, de kers op de taart. Daarnaast maakt de WHO haast met de invoering van een vaccinatiecertificeringssysteem om de wereldwijde mobiliteit te vergemakkelijken en mensen wereldwijd te beschermen tegen huidige en toekomstige gezondheidsbedreigingen, een certificeringssysteem dat is gebaseerd op het bestaande digitale covidcertificaat van de Europese Unie en dat zal worden uitgebreid tot een Global Digital Health Certification Network, wat een breed scala aan digitale producten omvat om iedereen een betere gezondheid te bieden. Ondertussen zet het IMF de eindsprint in naar de wereldwijde invoering van Central Bank Digital Currency en de afschaffing van het geld dat we nu nog kennen om landen te verbinden en transacties eerlijker te maken. Een koppeling van CBDC met een digitaal ID is noodzakelijk en … tous coure… couru… coururent au-devant de leurs fers, croyant assurer leur liberté! Frans, geen Catalaans of Castiliaans. Rousseau en ik zouden het over veel oneens zijn geweest, maar ik geloof niet dat hij me zou hebben overwogen me te cancelen …


Allen renden naar de ketenen in de overtuiging hun vrijheid zeker te stellen. Allen, allen, allen … de massamens. Met weemoed denk ik aan mijn middagen, a las cinco de la tarde, eenzaam omringd door duizenden mensen op het doorgaans gele zand van een arena, angst brandstof, geen verlammend gif, en … nondeju! Een stortbui overvalt me. Doorweekt en plotseling koud trap ik Heidi’s fiets door wat van zand in een oogwenk in modder veranderde. Nog een kilometer naar de herberg waar ik links afsla voor het laatste stuk naar huis. Nog vijfhonderd meter. Nog honderd. Vanachter een muurtje rent een groep mensen onder paraplu’s en met jassen over het hoofd voor me langs naar de herberg. Ik vergeet dat Heidi’s fiets schijfremmen heeft, rem te hard en ga voor de tweede keer vandaag onderuit. ‘Heb je je pijn gedaan?’ vermoed ik dat de mensen die me overeind helpen vragen. Ik probeer wat modder uit mijn oog te vegen, schiet in de lach en antwoord: ‘Maldito desierto …’

 

Eenmalige donatie? nikkonorte.backme paypal.me/nikkonorte1 Of doneer via IBAN:

ES1100492183112014004990

BIC/Swift: BSCHESMM

t.n.v. Nikko Norte

 

Blog delen? Graag!

bottom of page