Nikko Norte
Kamervragen ...
Kamervragen …
Indrukwekkend, onthutsend en meeslepend zijn woorden waarmee een vroegere docent mijn boek over mijn tijd in Afghanistan omschrijft in een e-mail die hij me stuurde en mijn gedachten dwalen naar Groningen, waar hij me lang geleden in de hermeneutiek onderwees, de studie van de interpretatie van teksten. Van Groningen dwalen mijn gedachten door naar het woord icomchatter, onderschept walkietalkieverkeer, waarmee boze veteranen me om de oren slaan in de berichten die ze me sturen.
Op mijn laptop scrol ik door mijn e-mails en ik vind zo’n bericht. We luisterden radiogesprekken van de taliban af (Icom) en het was een kat en muis spel dat voor beide partijen dodelijk kon zijn. Om je dood te lachen, citeer ik in mijn gedachten uit de film La vita è bella. Vanaf de eerste dag van de Nederlandse wederopbouwmissie in de Afghaanse provincie Uruzgan waarschuwde ik dat elke Nederlandse geweldsaanwending gebaseerd op icomchatter misdadig was en ik blader in mijn boek Onvoorspelbaar verleden naar een passage die ik na wil lezen.
Op een klein plateau gingen we zitten in het zand en ik bestudeerde de delegatie, waarvan de leden druk aan het praten en aan het gebaren sloegen. Oudere mannen uit nederzettingen in de omgeving, bang voor bommen of granaten op hun qala’s uit wraak voor de schoten die op ons kamp waren gelost. Ik was er niet zeker van of ik het goed begreep, maar was er wel zeker van dat de vertalingen van mijn tolk niets te maken hadden met wat de mannen om me heen me duidelijk probeerden te maken, wat me attendeerde op een probleem waarvan de consequenties verstrekkend konden zijn.
De twee tolken in Kamp Martello hoorden bij een eenheid die onder andere is gespecialiseerd in het onderscheppen van walkietalkieverkeer. Net als de minister van Defensie, naar ik aannam, en daarmee de Nederlandse bevolking, was ik ervan uitgegaan dat de tolken met wie de krijgsmacht werkt hun vak verstaan. De tolk die achter me in het woestijnzand zat, verstond zijn vak allerminst en hij was ervan overtuigd dat hij me een broodje aap kon verkopen. Ik keek hem over mijn schouder aan en zei: ‘Don’t move. There is a man with a pistol right behind you.’
‘Yes, yes,’ antwoordde hij, ‘Taliban. Attack. It is danger. Very much Taliban.’
Na dat incident, dat zich afspeelde nabij een Canadees kamp waar ik een maand verbleef met een Nederlandse eenheid, zou het nog een maand duren tot ik mijn commandant er middels een test die ik ontwikkelde van overtuigde dat onze tolken nauwelijks Pasjtoe spraken en het Engels onvoldoende beheersten. Aan het einde van de dag dat ik onze tolken die test afnam, vloog ik in een Amerikaanse Blackhawkhelikopter naar Kandahar met de opdracht daar echte tolken te werven.
Met een aantal Afghaanse mannen van wie Pasjtoe de moedertaal was en die zich in het Engels redelijk konden weren, keerde ik de volgende avond terug naar Kamp Holland en vanaf die dag reisde ik regelmatig naar Kandahar om meer tolken te werven. Telkens weer keerde ik naar Kamp Holland terug met Afghaanse mannen die linguïstisch enigszins uit de voeten konden; echte tolken waren het niet!
Ongemakkelijk schuif ik heen en weer op mijn stoel. We weten pas wat een woord betekent als we weten wat de zin betekent waarin het voorkomt. Zinnen hebben woorden nodig, maar woorden hebben zinnen nodig. Dat was Hans-Georg Gadamer, een filosoof die zich met hermeneutiek bezighield. Niet werkelijk ingewikkeld, wat Gadamer ooit naar voren bracht, hoewel het ingewikkelder wordt als hij het heeft over betekenis die wordt gecreëerd door middel van intersubjectieve communicatie. Toch was zijn inbreng onnodig om zelfs iemand die met het woord hermeneutiek onbekend is te laten inzien dat de Nederlandse krijgsmacht in Uruzgan de mist in móést gaan met de interpretatie van Pasjtoe teksten, geschreven, gesproken of via walkietalkies door de lucht geslingerd, die werden vertaald door Afghaanse mannen, die niet tot militaire tolk waren opgeleid, wier talenkennis dubieus was, wier verleden niet was onderzocht, wier affiliaties niet waren onderzocht en wier mogelijke agenda’s niet onder de loep waren genomen.
Onafscheidelijk van mijn icomscanner paste ik in Uruzgan een opwaartse hermeneutische spiraal toe op het walkietalkieverkeer dat ik onderschepte en dat Afghaanse soldaten met wie ik werkte voor me vertaalden. Ik verrijkte de betekenis van de vertalingen met een uitbreiding van de context met als resultaat dat ik een redelijk inzicht ontwikkelde in het denken van de mensen die verantwoordelijk waren voor het walkietalkieverkeer dat ik onderschepte.
Lastige materie, die uitbreiding van de context, die de hermeneutische cirkel omvormt tot in een opwaartse spiraal, hoewel minder lastig misschien voor iemand die een andere filosoof die zich met hermeneutiek bezighield, Friedrich Schleiermacher, zo intensief besprak als ik dat ooit deed met mijn docent in Groningen. Ik lees mijn docents e-mail opnieuw, e-mail hem een antwoord en ontvang een paar minuten later een tweede e-mail van hem. Zoals jij je optreden in Uruzgan beschrijft, lees ik daarin wat de Engelse filosoof Collingwood de historische methode noemt: jezelf indenken (niet inleven, ook niet je verplaatsen in, maar echt indenken) in een ander om hem of haar te begrijpen, en handelen op grond van het begrip dat je zo ontwikkelt. Precies dat is wat het Nederlandse leger niet deed, laat je aan een leek als ondergetekende zien.
Heel even hap ik naar lucht. Wat mijn docent omschrijft, ís wat ik deed in Uruzgan. Dat maakte dat ik geen vijand zag waar mijn collega’s elk woord onderschept walkietalkieverkeer, vertaald door tolken die eigenlijk geen tolken waren, als rechtvaardiging zagen voor het aanwenden van dodelijk geweld.
Bijna twee jaar leefde ik in Uruzgan in de hoofden van onze oppositie. Oppositie, niet vijand, omdat er voor Nederlandse troepen geen werkelijke vijand te duchten was in Uruzgan. Ik begreep onze oppositie, begreep haar in haar culturele context en in de context van haar recente geschiedenis, en deed tientallen voorstellen waarmee de krijgsmacht had kunnen voorkomen dat die oppositie ons in de wielen reed. Ik was een roepende in de woestijn. Slechts een enkele officier was bereid aan te nemen dat ons optreden in Uruzgan pas op de interpretatie van Pasjtoe teksten kon worden afgestemd als die teksten door vakmensen waren vertaald en vervolgens door mensen met begrip voor de context waren geïnterpreteerd. Een kat en muis spel dat voor beide partijen dodelijk kon zijn. Om je dood te lachen.
Moos de herdershond steekt haar kop over de tafelrand en bijt in mijn onderarm. Het dier heeft een zintuig dat haar waarschuwt wanneer het tijd is me in mijn gepieker te storen. Heidi loopt met haar laptop in de hand de woonkamer in en ik grap: ‘Buongiorno, principessa.’
‘Doe niet zo idioot. Er zijn Kamervragen gesteld over je boek en er zijn ook al antwoorden gegeven.’
‘Huh…?’
Heidi zet haar laptop naast die van mij op tafel en ik lees hoe de ministers Bijleveld en Blok afstand nemen van alles wat de auteur van Onvoorspelbaar verleden stelt. Het antwoord op één Kamervraag trekt mijn aandacht: in vrijwel alle gevallen was het moeilijk of zelfs onmogelijk om een battle damage assessment uit te voeren. De veiligheidssituatie liet dat niet altijd toe, doden worden in de moslimgemeenschap binnen 24 uur begraven en de bevolkingsregistratie liet te wensen over.
BDA’s, battle damage assessments, worden in landen zoals Afghanistan na een geweldsaanwending uitgevoerd met drones of vliegtuigen. BDA’s via luchtfotografie dus. Niet moeilijk en heel goed mogelijk. Versgedolven graven geven een beeld van het aantal slachtoffers dat tijdens een geweldsaanwending is gevallen; bomkraters en ingestorte woningen spreken voor zich. Waarom dan, ontbreken voortdurend de Nederlandse BDA’s na geweldsaanwendingen?
Verbouwereerd staar ik over de verlaten golfbaan voor de vakantiewoning op Texel waarin Heidi, Moos en ik coronagedwongen bivakkeren. In de Balkan ging de Nederlandse krijgsmacht de Balkanmens te lijf, in Uruzgan de taliban en in Hawija, in Irak, sneuvelden burgers omdat de krijgsmacht geen of geen juiste inschatting maakte van de hoeveelheid munitie die mogelijk in een te bombarderen bommenfabriek was opgeslagen. Man, als Nederland ooit weer de noodzaak ziet de wapens op te pakken om buiten de eigen landsgrenzen voor een heilig doel mensenlevens op het spel te zetten, laat het dan zo zijn dat we het verleden laten spreken zoals het verleden wás en niet zoals we graag willen dat het was.
Heidi trekt haar wandelschoenen aan terwijl ik de naam Noa googel op mijn laptop en Moos haar riem naast me op de grond legt. Ik klik in mijn beeldscherm tot uit mijn laptop het stukje muziek klinkt dat ik zoek …
Smile, without a reason why.
Love, as if you were a child.
Smile, no matter what they tell you.
Don’t listen to a word they say,
‘cause life is beautiful that way …
Moos bijt opnieuw in mijn onderarm. Een traan valt op haar snuit. Hoe kom ik buiten zonder Heidi lastig te vallen met mijn plotselinge emotionele onrust?
Think about a brighter day,
‘cause life is beautiful that way …
Nee, hoor ik mezelf denken, life is beautiful today! Gisteren zagen we blauwborstjes. Vandaag zien we ze weer. La vita è bella …
Support me!
paypal.me Of doneer direct:
ES1100492183112014004990
BIC/Swift: BSCHESMM
t.n.v. Nikko Norte
Blog delen? Graag!