hldd0umdhyh5c7mglsn29ql0j-tre89i1w4h9m-533tsstg-4wd1kw-wetspv7ov6qf520qq6sl6dt-qwfy8gsd6y-pn8d9g-dm1iazu29-hpbioy52dq8xm12kf5x4n
top of page
  • Foto van schrijverNikko Norte

Geneeskrachtige krijgers ...

Wind huilt om het vakantiehuisje dat we tijdelijk bewonen op Texel en echoot hol in de schoorsteen. Het is niet wat me wekte. Moos de herdershond wekte me. Het geraas van de wind beangstigt het dier. Ik zie haar niet maar weet dat ze naar het voeteneind van ons bed sluipt. Eén poot op het bed, dan twee. Ik voel haar wachten op mijn reactie en houd mijn adem in. Met een achterpoot op het bed werkt ze haar lijf omhoog. Een paar wankele stappen over het matras en met een zucht laat ze zich zakken tussen Heidi en mij, haar kop op mijn schouder.

Slapen kan ik vergeten met Moos op bed en dat geeft niet; ik heb genoeg om over na te denken. Vanmiddag vond ik op het internet een Canadese kano met een spiegel voor een buitenboordmotor. Een plan was snel gesmeed, Heidi het enige obstakel – dacht ik. ‘Hoeveel kilometer?’ was haar logische vraag.

‘Achttienhonderd.’

‘Oké, elke dag een paar sluizen waar we die kano langs moeten dragen, boodschappen doen, werken … tien weken hebben we minstens nodig om de Middellandse Zee te bereiken en als we daar eenmaal zijn, vertel je me hoe leuk het is om nog een stuk langs de Franse kust in de richting van Italië of Spanje te varen. Drie maanden gaat dat avontuur duren. Regel twee vouwfietsen om in die boot mee te nemen, van die Bromptons, dan kunnen we er op de fiets opuit als we de tent ergens hebben opgezet. En we hebben een dynamo nodig … of hoe heet zo’n ding om stroom mee op te wekken?’

‘Een centrifuge.’

‘Lul …’

Man, dat was niet tegengevallen en nu ik toch wakker lig, pieker ik de rest van onze uitrusting bij elkaar, pieker ik over de stroomsnelheden van de rivieren waarover we misschien ooit varen en pieker ik over de snelheid die we uit een 2,5 pk-motortje halen als peddelen alleen ons niet vooruit helpt. Druk op de voorbereidingen ligt er niet, want ik ben bang dat de strijd tegen corona slechts een excuus is dat overheden aangrijpen om een aantal nieuwe normen voor ons dagelijkse leven in te voeren en ik twijfel of vrolijk, naar eigen goeddunken door Europa reizen binnen die normen valt.


Voordat we vanavond naar bed gingen, keken we de film War Horse, waarvan het verhaal zich tijdens de Eerste Wereldoorlog afspeelt, en ik vraag me af of corona ergens ter wereld de voorpagina van een krant zou hebben gehaald als het in plaats van de Spaanse griep vlak na de Eerste Wereldoorlog de wereld was rondgegaan.

1918. Artsen in hospitalen stellen geschrokken vast dat mensen zich melden met griepverschijnselen waaraan relatief veel mensen – en niet per se ouderen en zwakkeren – overlijden. Een virus, dat is snel duidelijk. Omdat dat virus zich via naar huis terugkerende soldaten over de wereld lijkt te verspreiden, bestoken voornamelijk bezorgde ministers van Oorlog elkaar met telegrammen. Het zijn diezelfde ministers van Oorlog die rond steden militaire tenten laten opzetten waarin slachtoffers van het mysterieuze virus in afzondering worden behandeld door van de slagvelden terugkerende, medisch geschoolde militairen, die voor de zekerheid hun gasmaskers dragen. Artsen staan onderwijl met de handen in het haar, maar gelukkig dooft het virus even plotseling uit als dat het is uitgebroken. Winston Churchill, in Groot-Brittannië net aangesteld als minister van Oorlog, stuurt het telegram de wereld in, verzin ik, dat hem beroemd zou maken: quite a scare that wasstopglad we were irresponsible and rightstopnot responsible and wrongstop.

Moos’ ademhaling tegen mijn wang verstoort mijn gedachtestroom en terwijl ik haar omkantel, voorzichtig om Heidi niet wakker te maken, bedenk ik hoe krankzinnig het is dat de carrières van politici vandaag de dag een bepalende factor zijn voor de manier waarop een samenleving een bedreigend virus tegemoet treedt. Hoe zou corona tegemoet zijn getreden als mensen zoals Churchill nog aan de politieke touwtjes zouden trekken? Ogenschijnlijk zonder aanleiding dwalen mijn gedachten naar 2006, naar het opwerktraject, dat ik deels meebeleefde, van de eerste Nederlandse Battle Group die uitgezonden zouden worden naar de Afghaanse provincie Uruzgan.

Alle deelnemende militairen sliepen in enorme partytenten op een kazerneterrein op de Deelense Heide. Andere partytenten waren met schotten verdeeld in hokken die elk een container voorstelde zoals we die in de Nederlandse kampen in Uruzgan zouden aantreffen en van waaruit de troepen die buiten de poorten van die kampen opereerden, zouden worden aangestuurd. Overal liepen kabels waarmee de laptops van de aansturende militairen met elkaar waren verbonden en hordes officieren vergaderden erop los om overeenstemming te bereiken over waarom en hoe een peloton militairen de poort van het oefenkamp zou verlaten. Verliet een peloton uiteindelijk die poort, dan werd het halverwege de bestemming aangevallen door in lakens gehulde collega-militairen, zeg bendes talibanstrijders, en ... Moos droomt en schokt met haar poten. Ik reik over haar heen om te voorkomen dat ze Heidi wakker schopt, vraag me af waarom het woord partytent door mijn hoofd blijft spoken en zie ineens een andere krijgsmacht voor me: een krijgsmacht die zich slechts bekommert om binnenlandse calamiteiten. Een brigade geneeskundige troepen maakt deel uit van die krijgsmacht. Vier bataljons, waarvan de commandanten spoedoverleg voeren met hun bevelvoerende generaal en zijn staf. Corona, virus, ademhalingsproblemen, verhoogd risico voor ouderen en zwakkeren …

Militaire vrachtauto’s passeren loodsen met boven de deuren houten borden waarin de woorden Bosbrand, Kernramp en Overstroming zijn gegraveerd en komen tot stilstand voor de loods met boven de deur een houten bord met daarin gegraveerd het woord Virusuitbraak. Militairen laden vrachtwagen na vrachtwagen vol met tenten, medische apparatuur en beschermende kleding. De colonne die de voorraden van het 2e bataljon geneeskundige troepen vervoert, verplaatst zich naar Alkmaar. De colonnes die de voorraden van het 3e en 4e bataljon vervoeren, verplaatsen zich naar Den Bosch en Leeuwarden. Voor het aanbreken van de volgende dag zijn de tenten opgebouwd, die dienstdoen als noodhospitaal. Noodkeukens zijn opgebouwd en de voertuigen waarmee eventuele patiënten kunnen worden opgehaald, zijn volgetankt. Chauffeurs en geneeskrachtige krijgers liggen naast die voertuigen op hun stretchers, hun beschermende uitrusting binnen handbereik. Helikopters staan paraat om slachtoffers uit Duitsland en België op te halen als dat nodig is.

Menigeen pinkt een traan weg tijdens de uitreiking van de coronamedaille, zes maanden later in het afgeladen Ziggo Dome. Wederom speelde de Nederlandse krijgsmacht een belangrijke rol bij het afwenden van onheil. Grotendeels door de inzet van de krijgsmacht bleef de samenleving na de virusuitbraak op stoom. Slachtoffers van het virus vonden opvang in de noodhospitalen en de reguliere gezondheidszorg bleef mensen met niet aan het virus gerelateerde klachten behandelen. Zonder dat het 1e bataljon van de geneeskundige brigade, het reservebataljon, uit hoefde te rukken, werd groepsimmuniteit tegen het coronavirus al na vier maanden bereikt.

Slapen kan ik vergeten met Moos op bed, maar af en toe droom ik weg. Heidi en ik peddelen de Schelde op, op weg naar het zuiden. Antwerpen slaapt en is spookachtig verlaten. Als we later waren vertrokken, hadden we op de motor tegen het tij in moeten varen. Een zucht van Moos. Ik schrik op uit mijn droom en besef dat ik morgen een schrobbering krijg van Heidi omdat ik Moos op bed heb laten slapen. Healthy citizens are the greatest asset any country can have. Was dat ook van Churchill of … muziek uit de film Forrest Gump. Het alarm in Heidi’s telefoon. Zes uur ’s morgens. De vogels fluiten al. Een nieuwe dag!

 

Support me:

backme.org

paypal.me Of doneer direct:

ES1100492183112014004990

BIC/Swift: BSCHESMM

t.n.v. Nikko Norte

 

Blog delen? Graag!

bottom of page